Ja, je hebt (recht op) een GO! account en toegang tot GO! pro.
Contacteer de personeelsdienst van het Huis van het GO!.
Bij het GO! spreken we van cognitief sterk functionerende leerlingen, kortweg CSF, en vinden we het uiteraard erg belangrijk om aandacht te besteden aan de specifieke onderwijsnoden van deze kinderen en jongeren. Wat is het belang van een tijdige herkenning van cognitief sterk functionerende leerlingen? Hoe zorg je voor een goede opvolging en past de aanpak van deze leerlingen in je zorgbeleid?
Heel wat GO! scholen gingen hier al mee aan de slag, waaronder ook deze tien die nu extra ondersteuning krijgen.
voor het basisonderwijs:
GO! basisscholen Manitoba Sint-Andries, De Broebelschool Oudenaarde, Erasmus Deinze, De Kleine Icarus Gent, De Boomhut Sint-Andries, De Pientere Piste in Deurne en O.B.A.M.A. Beringen,
voor het secundair onderwijs:
GO! atheneum Geraardsbergen, GO! atheneum Ekeren en De Studio Oostende
Het volledige persbericht kan je onderaan dit artikel lezen.
Wil je als school je hoogbegaafde leerlingen niet uit het oog verliezen? Dat kan met een van de vormingen van onze PBD-GO! waar effectieve zorg, beleid en begeleiding van hoogbegaafde leerlingen centraal staan: een voor het basisonderwijs en een voor het secundair onderwijs.
Daarnaast is er ook een aanbod voor leraren:
Kleuterleraren: Ontdekken, verrijken, motiveren: de optimale leeromgeving voor begaafde kleuters
Leraren lager onderwijs: Meester in het herkennen en uitdagen: cognitief sterk functionerende leerlingen in het basisonderwijs
Collega’s uit het secundair onderwijs: Meester in het signaleren, uitdagen en motiveren: excelleren van cognitief sterk functionerende leerlingen in het secundair onderwijs.
PERSBERICHT
Steun voor scholen die oog hebben voor hoogbegaafden
De Vlaamse minister van Onderwijs investeert iets meer dan € 1 miljoen in een expertisecentrum en 20 ankerscholen die een werking ontwikkelen op maat van hoogbegaafde leerlingen. De bedoeling is om te vermijden dat de cognitief sterkste jongeren schoolmoe worden, om hen meer uit te dagen en hen toe te laten om echt te excelleren. De 20 ankerscholen voeden een netwerk van in totaal 500 scholen, waardoor er tot 16.000 cognitief sterke leerlingen rechtstreeks geholpen worden. Daarna worden de goede praktijken verspreid naar alle scholen. “We willen ook voor hoogbegaafde jongeren onderwijskwaliteit op maat”, aldus de minister. “Vroeger waren hoogbegaafden een vergeten groep. In de voorbije regeerperiode hebben we eindelijk een structureel beleid ontwikkeld voor hen, inclusief voor het eerst een eigen budget. Het is belangrijk dat de volgende Vlaamse Regering dit werk verderzet, want ook deze leerlingen verdienen bijzondere aandacht”.
Ongeveer 2 à 3% van de Vlamingen is hoogbegaafd, maar in het verleden vormden deze mensen vaak een vergeten groep. Ook de regelgeving binnen Onderwijs hield amper rekening met hen. Enkele scholen deden op eigen houtje pionierswerk, maar er was geen structureel beleid om dat te ondersteunen. De minister heeft in de voorbije regeerperiode voor het eerst werk gemaakt van een Vlaanderenbreed beleid en een structurele aanpak. Regelgeving werd gericht aangepast op maat van de cognitief sterkste leerlingen, er werd een expertisecentrum opgezet aan de KU Leuven en er kwam ook een apart budget voor het beleid rond hoogbegaafden.
Weyts trekt nu dit schooljaar (2024-2025) iets meer dan € 1 miljoen uit voor 20 ankerscholen en het universitair expertisecentrum om verder goede praktijken te ontwikkelen om les te geven aan hoogbegaafde leerlingen. Concreet gaat het naast het expertisecentrum om 14 basisscholen en 6 middelbare scholen verspreid over heel Vlaanderen, die als ankerschool fungeren voor een netwerk van in totaal 500 scholen. Zo kunnen er rechtstreeks al zo’n 16.000 cognitief sterke leerlingen geholpen worden. Het expertisecentrum bundelt en verspreidt goede praktijken vervolgens naar alle Vlaamse scholen. Bijvoorbeeld de zorgleerkracht – die zich traditioneel bekommert om de cognitief zwakste leerlingen – vragen om ook de slimste van de klas eens uit de klas te nemen voor wat extra oefeningen op maat. Of individuele leertrajecten ontwikkelen, waarbij hoogbegaafde leerlingen tijdens de les sneller dan klasgenoten naast hen taal of wiskunde leren. Of hoogbegaafde leerlingen sneller dan voorzien laten overgaan naar een hoger jaar.
“Zonder aanpak op maat kan de scholing van hoogbegaafde leerlingen echt mismeesterd worden. Kinderen kunnen dan erg ongelukkig worden en zelfs gaan onderpresteren”, laat de minister verder nog weten. “Via een structurele aanpak en gerichte ondersteuning willen we deze groep niet verwaarlozen. We willen dat ook zij hun talenten maximaal ontwikkelen”.