Korte beschrijving
Er moet een inventaris opgemaakt worden van alle speeltoestellen die zich op het domein van de onderwijsinstelling bevinden.
Van elk speeltoestel en/of schokabsorberend bodemmateriaal moet er een attest (verklaring van overeenstemming met de norm) of een risicoanalyse voorhanden zijn.
Regelmatig nazicht, onderhoud en periodieke controle moeten bijgehouden worden in een logboek met vermelding wanneer dit gedaan is, door wie en op welke manier.
Wetgeving
- Koninklijk besluit van 28 maart 2001 betreffende de veiligheid van speeltoestellen
- Koninklijk besluit van 28 maart 2001 betreffende de uitbating van speelterreinen, aangepast door het Koninklijk besluit van 28 september 2003
- Europese normen, in het bijzonder EN 1176 (speeltoestellen), EN 1177 (schokdempende bodemoppervlakken), EN 14960 (opblaasbare toestellen, bv. luchtkastelen) en EN 14974 (skatevoorzieningen)
- Wet van 25 februari 1991 betreffende de aansprakelijkheid voor producten met gebreken
- Wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten
- Wet van 18 december 2002 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de veiligheid en de gezondheid van de gebruikers
Periodiciteit
- Risicoanalyse speelterrein: eenmalig en bij wijzigingen
- Risicoanalyse speeltoestel: bij ingebruikname (speeltoestellen die aan de Europese norm EN 1176 voldoen moeten geen risicoanalyse ondergaan voor de betrokken gevaarsaspecten)
- Regelmatig nazicht: dagelijks of wekelijks naargelang van de gebruiksfrequentie en omgevingsfactoren
- Onderhoud: maandelijks of tweemaandelijks; naargelang van de gebruiksfrequentie en volgens de voorschriften van de fabrikant
- Periodieke controle: jaarlijks
Uitvoering
Risicoanalyse speeltoestellen en speelterreinen: bevoegd persoon met attest 'Veiligheid van Speelterreinen'
Regelmatig nazicht, het onderhoud of de periodieke controle mag uitgevoerd worden door:
– bevoegd persoon: intern personeelslid met voldoende technische bekwaamheid
– derden: externe deskundigen/tussenkomende organismen/geaccrediteerde instellingen (de uitbater moet hierbij de opdracht van de dienstverlener nauwkeurig omschrijven en de uitvoering van de opdracht controleren)