Voorkeuren
Cookie instellingen
Aanmelden

Veelgestelde vragen ILD

Pagina delen

Hieronder vind je veelgestelde vragen rond ILD. Staat je vraag er niet tussen? Neem dan contact op met jouw inspectie of stuur je mail naar joanna.lemmens@g-o.be

Heb je een vraag?

Jan Fransen - 02 790 94 58
Joanna Lemmens - 02 790 92 69

Of stuur je vraag via info@g-o.be

GO! nieuwsbrief

Ontvang nieuws en ondersteuning voor GO! professionals, ons opleidingsaanbod en zoveel meer.

Schrijf je in

Evaluatie ILD

  • Neen. Tijdens de ILD is gedragenheid een belangrijk kernbegrip. Wat en hoe je evalueert, zou voor de hele groep van leerlingen gelijk moeten zijn wat betreft de ILD-doelstellingen. Tijdens de ILD kan het gebeuren dat je lesgeeft aan een heterogeen samengestelde groep (dit wil zeggen dat je ook leerlingen die ingeschreven zijn in een andere levensbeschouwelijk vak ook onder jouw begeleiding vallen). Al deze leerlingen moeten dezelfde kansen krijgen om de doelstellingen te behalen. Dit heeft als gevolg dat ook de criteria hetzelfde zouden moeten zijn. 

    De manier waarop je deze doelen evalueert, spreek je samen op voorhand af. Uiteraard kunnen er op verschillende momenten verschillende manieren van evalueren gebruikt worden. Denk hierbij aan het verschil tussen summatief en formatief evalueren. Tijdens het overleg kan en mag elke leraar inbreng hebben over welke manieren hem of haar geschikt lijken. 

    Je kan hiervoor zeker ook eens te raden gaan bij collega's die projectmatig aan de slag gaan zoals in taal- of STEM-projecten. 

    We beseffen ook dat hiervoor voldoende tijd nodig is om dit samen op punt te stellen. Deze tijd ontbreekt vaak in de onderwijscontext van vandaag. Toch benadrukken we het belang van een goede voorbereiding in zake de ILD-werking op school. 

  • Neen, de burgerschapsdoelen kunnen enkel worden ingeoefend tijdens de ILD. De eindverantwoordelijkheid van de evaluatie van deze doelen ligt bij een andere leraar of vak. 

    Een leraar levensbeschouwing mag aangesteld worden om het vak burgerschap te geven als hij/zij aan de juridische voorwaarden voldoet. Het moet echter te allen tijden duidelijk zijn voor de leerlingen wanneer welk vak gegeven wordt en welke doelstellingen aan de orde zijn. 

  • We moedigen aan om in te zetten op veel en breed evalueren. Daarbovenop zijn er natuurlijk ook nog de andere lestijden van het eigen levensbeschouwelijke vak om er naast te leggen. Als iemand niet deelneemt aan een uitstap is dit geen reden om een onvoldoende te halen over de ganse lijn. Hierbij is het belangrijk om in de vakwerkgroep goed na te denken over wat je evalueert, welke gewichten je hieraan geeft en hoe deze in verhouding zijn met de evaluaties binnen het eigen levensbeschouwelijke vak. Communiceer hierover transparant naar leerlingen toe. 

    Geef genoeg oefenkansen. Zeker in het vijfde jaar is het belangrijk dat leerlingen kunnen oefenen, aangezien dit ook nieuw is voor hen.

    Graadsevaluatie is eventueel ook een mogelijkheid, maar dit moet besproken worden met de directie.

  • Alles is nog in opstartfase. Al het materiaal dat we hebben zit in de virtuele ruimtes. We doen een oproep aan leerkrachten om zeker materiaal te posten op het forum als het mag en kan gebruikt worden. Ook eens gaan kijken naar andere vakken hoe zij evalueren. (bv: creatieve vakken of vakoverschrijdende projecten)

  • De evaluatie van de burgerschapsdoelen behoort niet toe aan de vakken levensbeschouwing. De eindverantwoordelijkheid ligt dus niet binnen dit team. Wel kan er nagedacht worden over manieren om deze doelen in te oefenen. In de leerplannen zitten ook steeds duidelijke verwijzingen naar minimumdoelen burgerschap.

  • Ja, ILD omvat zowel kennis, vaardigheden als attitudes. Meer informatie hierover vindt u in de PPT omtrent evaluatie die werd gebruikt tijdens de professionaliseringsdagen en waarvan u hiernaast de link vindt: PPT Workshop Evalueren

  • Neen, ILD is geen apart vak en krijgt dus ook geen apart cijfer op het rapport. 

    Wel kan de vakwerkgroep levensbeschouwing ervoor kiezen elementen van de evaluatie van ILD op te nemen in de vakcommentaren bij het cijfer van het eigen levensbeschouwelijk vak. Dit behoort tot de interne autonomie en communicatie van de vakwerkgroep LBV. Vanuit de inspectie-begeleiding wordt hierin vrijheid gegeven aan de leraren LBV.

  • De uitwerking van specifieke evaluatiecriteria wordt besproken onder de participerende leerkrachten. De evaluatiecriteria van de perspectiefwissel, bij het afsluiten van een ILD-project, kan binnen de vakgroep afgesproken worden.
    Een cijfer/beoordeling kan tot stand komen na overleg tussen twee of meer leraren. De eindverantwoordelijke voor het evalueren van de leerling is de vakleraar van de respectievelijke levensbeschouwelijke cursus waarvoor de leerling zich heeft ingeschreven.

    Het kan dus gebeuren dat een evaluatie gebeurt door een team van leraren of door een leraar van een andere levensbeschouwing op basis van eerder besproken en gecommuniceerde criteria.

Organisatie ILD

  • Nee, helaas zijn er geen extra uren beschikbaar om leraren en vakwerkgroepen vrij te stellen om deze dialoog voor te bereiden. Het voorbereidende werk dient te gebeuren buiten de lesuren. 

    We raden aan om in gesprek te gaan met de directie om in de jaarplanning voldoende tijd voor vakwerkgroepwerking te voorzien (bv. tijdens een pedagogische studiedag). 

    We benadrukken dat een geslaagde ILD vaak start vanuit een geslaagd overleg tussen alle betrokken leraren uit de vakwerkgroep. Er moeten goede afspraken gemaakt worden betreffende de taakbelasting (bv. leraren die lesgeven op verschillende scholen) en gedeelde verantwoordelijkheden (bv. iemand met een halftijdse opdracht). 

  • Ja. Door het werken met heterogene groepen (een mix van leerlingen met verschillende levensbeschouwelijke achtergronden) kan het gebeuren dat 'jouw leerlingen' niet in jouw groep zitten wanneer de klasgroepen verdeeld worden. 

    Het denken in termen van 'mijn leerlingen' krijgt tijdens de ILD een andere invulling. Tijdens de ILD momenten is de voltallige groep van leerlingen 'jouw klas' en is het volledige team van leraren levensbeschouwing 'de leraar'. Dit heet 'team-teaching'. Elke leraar heeft dus verantwoordelijkheid over en voor elke leerling. Je zou het kunnen vergelijken met een sportdag of buitenlandse studiereis waar er ook leerlingen aanwezig zijn uit andere klassen of graden. Je neemt telkens je rol als leraar ernstig, zo ook binnen de ILD-werking. 

    Het is echter een belangrijk advies om in het begin van de ILD-lessen voldoende tijd te besteden aan kennismaking met de leerlingen van de andere levensbeschouwingen. Ook zij willen jou leren kennen. Het werkt aangenaam als je tracht de voornamen van deze leerlingen te memoriseren, net zoals je zou doen voor je 'eigen leerlingen'. In zekere zin krijg hierdoor je een tweede grote(re) klas.

  • Dit is een voorbeeld/suggestie in scholen waarin de LBV en ILD georganiseerd worden in de 2 lestijden per week die hiervoor voorzien zijn. Nergens wordt er een uurverdeling per trap normatief naar voor geschoven. Uiteraard dient de klemtoon te liggen op de dialoog tussen leerlingen. 

    Hou bij de verdeling rekening met de beginsituatie van de leerlingen (bv. leerlingen die pas starten met de ILD zullen nog meer tijd nodig hebben bij de voorbereidende trap) en met de aard van het project (bv. bij een daguitstap naar een museum is het misschien niet mogelijk om tijdens de dag al momenten van dialoog in te plannen, dit zal later moeten gebeuren maar niet aan dezelfde hoeveelheid - hierbij is eerder de kwaliteit van de gesprekken belangrijk). 

  • Het werk valt altijd op dezelfde personen en dat creëert frustratie binnen een team. Communicatie loopt moeilijk met andere leerkrachten. Je moet als team nagaan hoe het komt dat dit stroef loopt. Weigert een leerkracht mee te werken? Dan moet de inspectie worden aangesproken. Goede afspraken maken is belangrijk en hier moet je als team aan werken.

    Concreet:

    • Wat is de reden dat het werk steeds op dezelfde schouders terechtkomt? Hebben de collega’s misschien een verbrokkelde opdracht en weinig kans tot interactie? Dan is het een technisch/organisatorisch probleem
    • Weigeren de collega’s mee te werken op basis van principiële redenen? Dan schakel je de inspectie in
    • VWG moet communiceren over hoe het werk wordt verdeeld en hoe er wordt gecommuniceerd. Op die manier zoeken naar een zo werkbaar mogelijke VWG
    • Eerst en vooral werkwijze goed afspreken

    Voorbeeld van een school: Er was duidelijk gecommuniceerd en er wordt niet op mails/vragen gereageerd. Niet alle collega’s staan nog op andere scholen en zouden best kunnen meewerken. De spanning stijgt in de school. Eventueel coördinerende uren vragen op school (is er nu nog niet).

    • Vergaderingen organiseren
    • Directie ondersteuning vragen, bijvoorbeeld voorstellen een deel van de pedagogische studiedag gebruiken om aan ILD te werken
    • Hieruit kan een dynamiek ontstaan
    • Het feit dat een team de ILD niet draagt, leidt tot niets. Eerst moet dat team een gesprek hebben, remediëren van het team, zodat er een mooie ILD-werking uit kan groeien. Eerst moet de basis goed zitten, namelijk het team. Dit moet aangekaart worden met de collega’s
    • ILD moet eerst onder de leraren slagen vooraleer je ermee naar de leerlingen kan gaan.
  • Het is alvast de bedoeling dat alle aanwezige levensbeschouwingen worden meegenomen in het project. Daarnaast kan ervoor gekozen worden om ook andere levensbeschouwingen aan bod te laten komen, daar waar het relevant en zinvol is.

  • Het belangrijkste element van de Interlevensbeschouwelijke Dialoog is dat leerlingen met leerlingen met elkaar in gesprek gaan over het gegeven onderwerp. Hiervoor hoeven zij geen expert, specialist of woordvoerder te zijn van de eigen erkende levensbeschouwing. Wel getuigen ze van hun eigen levensbeschouwelijke visie op de aangeboden lesinhouden en trachten ze te verwoorden in hoeverre dit aansluit bij elkaar en de andere leeftijdsgenoten, de bevoorrechte getuigen (bv. leraren of andere getuigen), de standpunten in de (sociale) media, etc. . Ook kan het interessant zijn om de eigen interne levensbeschouwing te exploreren, waarbij de leerling in dialoog gaat met zichzelf en de eigen levensbeschouwelijke kijk op de dingen (met inbegrip van bepaalde vooronderstellingen). 

  • Nee, leerlingen die les volgen in het GO! en niet vrijgesteld zijn van de levensbeschouwelijke vakken dienen verplicht deel te nemen aan de lessen ILD, daar zij integraal deel uitmaken van de leerplannen van deze vakken.

    Het is belangrijk dat hierover tijdig en duidelijk gecommuniceerd wordt naar ouders en leerlingen toe. Er kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van het schoolreglement of van een schrijven gericht aan de ouders en de leerlingen, ondertekend door de directeur. Een voorbeeld van zo'n brief vanuit Atheneum Heist vindt u bij de documenten.

  • Neen, als uw school behoort tot het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, dan bent u verplicht ILD aan te bieden daar dit integraal deel uitmaakt van een protocolakkoord gesloten door het GO! met de Erkende Instanties en Vereniging van de levensbeschouwelijke vakken. Het is geen vrijblijvend keuzevak maar een integraal onderdeel van het lestijdenpakket.

  • Neen, in de jaren en graden waarin ILD wordt ingevoerd tijdens de lessen LBV, dient men niet meer aan ILC te werken. De ILD vervangt de ILC in de derde graad. De ILC-competenties werden opgenomen in de leerplannen ILD.

    In de eerste en tweede graad dient er dus nog steeds gewerkt worden aan de ILC's, met een maximum van 6 lestijden per schooljaar.

  • We moedigen sterk aan dat er zoveel mogelijk samen wordt lesgegeven. Dit neemt niet weg dat er natuurlijk alternatieve werkvormen bestaan waarbij er gekozen wordt voor een doorschuifsysteem of carrouselmethode. Daarnaast verwijzen we ook graag naar de drietrapsdidactiek waarbij in trap 1 en trap 3 momenten kunnen plaatsvinden waarbij een leraar voorbereiding en nabespreking gedeeltelijk opneemt met de eigen groep.

    Meer uitleg bij de drietrapsdidactiek: KU Leuven - ECSI PTI on Dialogue - Three movements of interconvictional encounter

  • Neen, ILD bestaat per definitie uit een groep leraren die samen dit vak inhoudelijk vormgeven en in de mate van het mogelijke aan teamteaching doen. Uitzonderlijk, wanneer er slechts 1 leraar LBV aanwezig is op de school – alle leerlingen zijn ingeschreven voor slechts één levensbeschouwing – dan zal hij/zij dit vak alleen moeten invullen. Hierbij zal het een bijzondere uitdaging zijn en blijven een rijkdom aan levensbeschouwelijke visies aan bod te laten komen en/of in te zetten op de interne pluraliteit van de eigen levensbeschouwing.

  • Neen, de organisatie van ILD dient plaats te vinden in alle jaren van de derde graad en dit voor 50% van de lestijd. Deze organisatorische verdeling wordt ondersteund door de visie van het GO! op ILD en werd als dusdanig opgenomen in het protocolakkoord tussen het GO! en de Erkende Instanties en Vereniging. Op deze manier waarborgen we ook dat alle leraren LBV het eigen leerplan kunnen realiseren binnen de twee jaren van de derde graad. 

  • Houd bij mogelijke samenstellingen rekening met de twee bestaande leerplannen ILD (eentje voor doorstroom én dubbele finaliteit en eentje voor arbeidsmarktgerichte finaliteit). Uiteraard verloopt de samenstelling van klasgroepen best in samenspraak met de leraren LBV rekeninghoudend met hun draagkracht en de aard van de lessenreeks.

  • Neen, alle onderdelen uit de ILD helpen leerlingen om de doelen en competenties te bereiken. Het lerarenteam heeft hierover op voorhand nagedacht en is tot een doordachte keuze gekomen. Het is belangrijk om hierover tijdig te communiceren met alle betrokkenen (bv. brief aan het begin van het schooljaar aan leerlingen en ouders). Als een leerling bezwaren blijft aantekenen, dient dit op voorhand schriftelijk door de ouders gecommuniceerd te worden aan de directeur. Deze leerling zal op een andere manier de doelstellingen dienen te behalen. Het behoort tot de autonomie van de leerkrachten levensbeschouwing om te bekijken hoe en in welke mate dat mogelijk kan gemaakt worden. 

  • Dit maakt het organisatorisch moeilijker. Wellicht gaat er dan moeten nagedacht worden om bepaalde lesdelen samen te organiseren (bv. een bepaalde uitstap of gastspreker) waarnaast andere onderdelen dan weer tijdens het eigen levensbeschouwelijk vak worden aangeleerd, uitgediept, ingeoefend … Ook kan er nagedacht worden over het maken van opnames of podcasts ter uitwisseling/getuigenis.

  • Bekijk samen met het team levensbeschouwing en de directie hoeveel lestijden er nog resten. Bekijk in welke mate het eigen leerplan nog gerealiseerd dient te worden en in hoeverre er nog ruimte is om een kwalitatieve ILD-werking op te zetten. Maak vanuit deze oefening een schema op dat haalbaar is voor alle betrokkenen (leerlingen én leerkrachten). 

    Wanneer er verschillende stageperiodes zijn voor de verschillende groepen (en deze verlopen niet gelijktijdig) zal het organisatorisch een hele puzzel worden. Bekijk hoe er eventueel gewerkt kan worden met zelfstandige (huis)taken, wisselende uurroosters of roulerende groepenwerking.

  • Neen, hier geldt ook de regelgeving waarbinnen de levensbeschouwelijke vakken georganiseerd worden. ILD maakt deel uit van de vakken levensbeschouwing, wanneer je vrijgesteld bent van deze vakken, dien je ook vrijgesteld te zijn en te blijven van de activiteiten en lessen die deel uitmaken van ILD. 

    Een mogelijkheid bestaat erin om vakoverschrijdend te werken aan de burgerschapscompetenties waardoor alle leerlingen betrokken kunnen worden. (Vb. Samen met de leraar geschiedenis werk je rond een bezoek aan Kazerne Dossin in Mechelen. Ook leerlingen met vrijstelling voor het levensbeschouwelijke vak, kunnen dan deelnemen aan deze uitstap omdat deze ook kadert in de lessen geschiedenis. De levensbeschouwelijke verwerking nadien volgen zij echter niet omwille van de vrijstelling voor dit onderdeel.) 
    Uitzonderlijk kan een leerling met vrijstelling deelnemen aan de ILD-activiteiten indien op voorhand schriftelijk hiervoor toestemming gegeven werd door de ouders aan de directie.

Leerplannen en burgerschap

  • Ja, er werden twee verschillende leerplannen gemaakt, eentje voor doorstroom en dubbele finaliteit en eentje voor arbeidsmarktgerichte finaliteit.

    Deze vind je hier.

  • Wij raden aan dat de verschillende vakgroepen overleggen, maar het is een uitdaging. Er moeten goede afspraken gemaakt worden wie wat organiseert. Dit vraagt extra overleg. Zo kan overlap vermeden worden.

  • De lesdoelen zijn nog niet beschikbaar bij het maken van de lesfiches. Dit moet bij Smartschool zelf gebeuren. Dit schooljaar is het nog te vroeg om daar nu al werk van te maken, omdat we de leerplannen ook nog gaan evalueren en dan kunnen we de juiste versie meteen uploaden.

    Op dit moment zijn het dus nog de voorlopige leerplannen ILD. De bedoeling is dat we deze leerplannen nog evalueren met inbreng van de leraren en op basis van hun bevindingen kunnen er wijzigingen gebeuren.

  • Neen, de burgerschapsdoelen kunnen enkel worden ingeoefend tijdens de ILD. De eindverantwoordelijkheid van de evaluatie van deze doelen ligt bij een andere leraar of vak. 

    Een leraar levensbeschouwing mag aangesteld worden om het vak burgerschap te geven als hij/zij aan de juridische voorwaarden voldoet. Het moet echter te allen tijden duidelijk zijn voor de leerlingen wanneer welk vak gegeven wordt en welke doelstellingen aan de orde zijn. 

  • Bij Thema 6, Duurzaamheid van het leerplan arbeidsfinaliteit staat facultatief (= vrij te kiezen), omdat de doelstellingen voor ILD in arbeid gebaseerd zijn op de eindtermen burgerschap. Daar was aanvankelijk duurzaamheid nog een deel van. Wanneer deze doelen herzien werden, verdween duurzaamheid, maar ondertussen waren de doelen al klaar voor ILD. Het is een thema dat veel leerkrachten of leerlingen aanspreekt en we kiezen ervoor om dit niet volledige te laten vallen. 

  • De evaluatie van de burgerschapsdoelen behoort niet toe aan de vakken levensbeschouwing. De eindverantwoordelijkheid ligt dus niet binnen dit team. Wel kan er nagedacht worden over manieren om deze doelen in te oefenen. In de leerplannen zitten ook steeds duidelijke verwijzingen naar minimumdoelen burgerschap.

  • Dit wordt door elke inspecteur-adviseur gecommuniceerd met de betrokken leraren. Mocht hierover onduidelijkheid bestaan, dan mag u uw inspecteur steeds contacteren. 

Welkom op GO! pro

Niet aanmelden
Personaliseer je GO! pro-ervaring en kies je onderwijsniveau als kijkfilter voor nieuws en opleidingen.
of
Meld je aan met je GO! account en krijg nieuws en inhoud op jouw maat te zien.

Nog geen GO! account?

Jouw GO! account, sleutel tot een gepersonaliseerde GO! pro

Jouw GO! account is jouw persoonlijk toegangsticket tot het afgeschermde nieuws en inhoud op maat van jouw profiel. Jouw GO! account betekent niet dat je een g-o.be e-mailadres hebt of krijgt.
  • Ja, je hebt (recht op) een GO! account en toegang tot GO! pro.
    Contacteer de personeelsdienst van het Huis van het GO!.

  • Ja, je hebt (recht op) een GO! account en toegang tot GO! pro.
    Contacteer de lokale gegevensbeheerder van je scholengroep.

  • Ja, je hebt (recht op) een GO! account en toegang tot GO! pro.
    Contacteer de lokale gegevensbeheerder van je scholengroep.

  • Nog even geduld. Momenteel heb je nog geen (recht op een) GO! account met toegang tot GO! pro. Van zodra de GO! contactendatabank beschikt over de contact- en functiegegevens van het (niet-)onderwijzend personeel in de scholen en instellingen, heb ook jij (recht op) een GO! account met toegang tot GO! pro.

Hoe krijg je een GO! account, wanneer je er recht op hebt?
De lokale gegevensbeheerder van je scholengroep of de personeelsdienst (enkel voor Huis GO! medewerkers) zorgt voor de registratie of aanpassing van je gegevens in de GO! contactendatabank. Vervolgens krijg je de juiste toegangsrechten en kun je aanmelden op GO! pro.