Individuele beroepsopleiding op de werkvloer (IBO)

De Individuele BeroepsOpleiding (IBO) is een opleidingsmaatregel die het voor werkgevers aantrekkelijker maakt om een werkzoekende aan te werven. Werkzoekenden die niet genoeg ervaring en competenties hebben, kunnen via een IBO-contract aan de slag bij een werkgever waarbij ze gedurende 1 tot en met 6 maanden een opleiding volgen op de werkvloer.

De werkzoekende:

• is ingeschreven als niet-werkende werkzoekende bij de VDAB.
• heeft zijn vorige baan niet opgezegd om een IBO te kunnen starten.
• heeft nog niet voor het bedrijf gewerkt waar hij een IBO wil starten (tenzij als jobstudent of een korte periode als uitzendkracht).

Tijdens de individuele beroepsopleiding van de nieuwe medewerker betaalt de scholengroep geen loon en geen RSZ.

De scholengroep betaalt een vaste maandelijkse premie aan de VDAB. De hoogte van de premie is gebaseerd op het loon dat de medewerker gaat krijgen bij aanwerving. De aan- of afwezigheid van de nieuwe medewerker heeft geen invloed op de premie.

Na de IBO krijgt de werkzoekende een contract van onbepaalde duur.

De IBO wordt vastgelegd in een opleidingscontract. Dat contract wordt ondertekend door de cursist, de scholengroep en de opleidingsverstrekker (VDAB of een partner van VDAB).

Bij de overeenkomst hoort een opleidingsplan. Dat plan geeft duidelijk aan welke competenties tijdens de IBO zullen worden ontwikkeld en hoe de verdere begeleiding door de scholengroep en VDAB zal gebeuren.