Ja, je hebt (recht op) een GO! account en toegang tot GO! pro.
Contacteer de personeelsdienst van het Huis van het GO!.
Jolien Mortier is directeur van GO! leersteuncentrum Pixsy. Zij heeft een goede kijk op hoe het leersteundecreet in de praktijk functioneert. Dominique Gevers volgt dit decreet op vanuit de afdeling beleid en belangenbehartiging op de centrale diensten van het GO!. Enkele weken geleden vond een eerste grote evaluatie plaats van het leersteundecreet. Zowel Dominique als Jolien waren daarop aanwezig en delen graag hun ervaringen.
Leersteundecreet biedt meer structurele ondersteuning voor scholen
Het leersteundecreet steunt op drie pijlers: het verhogen van de leerwinst en het versterken van de zelfstandigheid van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, het ondersteunen van leerkrachten en schoolteams en het bevorderen van een inclusieve schoolcultuur. Waar vroeger de focus lag op individuele begeleiding buiten de klas, wordt er nu sterker ingezet op duurzame ondersteuning in de klas.
Volgens Dominique liep het M-decreet vast op een gebrek aan die structurele ondersteuning. "Het was geschreven vanuit een besparingspolitiek. Scholen moesten meer doen met minder middelen, waardoor het op een bepaald moment vastliep." Jolien volgt dit: "We kijken nu niet alleen naar wat een leerling nodig heeft, maar ook naar wat een leerkracht en een schoolteam nodig hebben om die leerling optimaal te begeleiden."
Het leersteundecreet bracht ook meer duidelijkheid over de rolverdeling tussen scholen, CLB’s en leersteuncentra. Het is nu duidelijker welke leerlingen recht hebben op leersteun. Waar het M-decreet soms onzekerheid creëerde, biedt het nieuwe systeem duidelijke criteria. De ondersteuning verschuift van een individuele naar een contextuele aanpak. "We bouwen verder op de sterke punten van het M-decreet, maar pakken tegelijk de pijnpunten aan," aldus Jolien.
"WE KIJKEN NIET ALLEEN NAAR WAT EEN LEERLING NODIG HEEFT, MAAR OOK NAAR WAT EEN LEERKRACHT EN EEN SCHOOLTEAM NODIG HEBBEN OM DIE LEERLING OPTIMAAL TE BEGELEIDEN."
– Jolien Mortier

Positieve effecten, maar ook knelpunten
Een positieve evolutie is dat de samenwerking tussen leersteuncentra en scholen echt is verbeterd na een wat moeizame start bij de invoering van het nieuwe decreet. "De band en het vertrouwen in de leerondersteuners zijn gegroeid," zegt Dominique. Toch blijven er uitdagingen zoals de beperkte middelen en een hoge administratieve last. "Een leerling met een bepaald type, de zogenaamde ‘brede types’, krijgt in het buitengewoon onderwijs nog steeds meer middelen dan een vergelijkbare leerling in het gewoon onderwijs," merkt Dominique op.
"EEN LEERLING IN HET BUITENGEWOON ONDERWIJS KRIJGT NOG STEEDS MEER MIDDELEN DAN EEN VERGELIJKBARE LEERLING IN HET GEWOON ONDERWIJS."
– Dominique Gevers

Daarnaast kampen leersteuncentra met een wisselende personeelsomkadering. "Onze definitieve middelen kennen we elk jaar pas tegen de herfstvakantie van het lopende schooljaar. Dat bemoeilijkt werving en planning," zegt Jolien. Het is dan ook niet eenvoudig om de ploeg samen te stellen en alle medewerkers een goede basis te geven: "We werken onder meer met coachingtrajecten om onze leerondersteuners maximaal te versterken."
Leerkrachten staan meer open voor ondersteuning
Leerkrachten staan voor de uitdaging om inclusief onderwijs te realiseren. Dat is zeker niet eenvoudig, want naast hun taken moeten ze inspelen op diverse onderwijsbehoeften binnen een heterogene klas. Het leersteundecreet helpt hen met gerichte ondersteuning en coaching. "Leerkrachten staan er niet alleen voor," zegt Jolien. "Door hen handvatten en strategieën te geven, maken we inclusieve klaswerking haalbaar."
Een groot succes van het leersteundecreet is de veranderde houding bij leerkrachten. "Waar vroeger de klasdeur eerder gesloten bleef, is er nu meer openheid voor ondersteuning," merkt Dominique op. “Leerondersteuners worden steeds vaker gezien als een vast onderdeel van het schoolteam. Dat versterkt de duurzaamheid van de leersteun.”
“DANKZIJ HET LEERSTEUNDECREET ZIEN LEERKRACHTEN DE LEERONDERSTEUNERS MEER ALS EEN VAST ONDERDEEL VAN HET SCHOOLTEAM. ZE STAAN DAARDOOR MEER OPEN VOOR ONDERSTEUNING.”
– Dominique Gevers
Wat brengt de toekomst?
De doorlichting van de leersteuncentra toonde aan dat zij aan alle erkenningscriteria voldoen. "De manier waarop men binnen de leersteuncentra werkt en overlegt, is ongelooflijk sterk," zegt Dominique. "Het is bewonderenswaardig hoe snel zij zich hebben aangepast aan deze nieuwe manier van werken." Toch blijft het aantal leerlingen in het buitengewoon onderwijs helaas nog steeds stijgen. “We hopen dat dit decreet hier een kentering in kan brengen. De leerondersteuners stellen alles in het werk om inclusief onderwijs mogelijk te maken,” aldus Dominique.
Jolien merkt ook veel enthousiasme bij alle betrokkenen. "We spelen met de leersteuncentra een pioniersrol in inclusief onderwijs. Maar samenwerken blijft de sleutel tot succes. Inclusief onderwijs is enkel mogelijk als we allemaal aan dezelfde kar trekken, leersteuncentra samen met scholen, ouders CLB en pedagogische begeleidingsdiensten. Daar is een grote dosis enthousiasme en zelfs idealisme voor nodig, maar ik merk dat dit zeker aanwezig is."
Het leersteundecreet heeft een positieve impact. Toch blijven er uitdagingen, vooral op het vlak van middelen en personeelsomkadering. De evaluatie toont aan dat scholen en leersteuncentra elkaar beter vinden en dat leersteun steeds meer verankerd wordt in de klaspraktijk. Het valt op hoe alle betrokken zich met veel energie en enthousiasme inzetten voor een inclusief onderwijssysteem.
De visie van het GO! op inclusief onderwijs
Het GO! zet sterk in op inclusief onderwijs en ziet diversiteit als een meerwaarde. In de Poolstervisie 2030 wordt benadrukt dat scholen een leer- en leefgemeenschap moeten zijn waarin elke leerling, ongeacht achtergrond of noden, maximale kansen krijgt. Het leersteundecreet sluit hierop aan door niet alleen leerlingen, maar ook leerkrachten en schoolteams te versterken. "Inclusie gaat verder dan enkel ondersteuning," stelt Gevers. "Het is een fundamentele verschuiving in hoe we naar onderwijs kijken."
