Ja, je hebt (recht op) een GO! account en toegang tot GO! pro.
Contacteer de personeelsdienst van het Huis van het GO!.
Het was een pittig schooljaar. Dat zal iedereen die van dichtbij of veraf met onderwijs te maken heeft erkennen. Nieuwe minimumdoelen en daarbij aansluitende leerplannen, de transitie van de welzijnsinstellingen en de start van de Vlaamse toetsen waren maar een handvol van de grote gebeurtenissen die het schooljaar kleurden.
Daarnaast bewoog er heel wat in de meer dan 1.000 plaatsen van het GO!. Vele redenen waren goed voor afgevaardigd bestuurder Koen Pelleriaux om ook dit schooljaar de klasvloer en de leraarskamer te bezoeken. Om te kijken naar de kleine en grote successen en te luisteren naar de kleine en grote zorgen in het veld. Zo’n dertig scholen gooiden dit schooljaar al de poort open voor Koen. ‘Kwaliteitsvol onderwijs voor iedereen is onze missie. Voor die kwaliteit moeten wij samen met de beleidsmakers een werkbaar kader creëren. Maar onderwijskwaliteit start vooral in de scholen zelf. Daarom is het zo belangrijk voor alle medewerkers van de centrale diensten om de klasvloer op te zoeken en het contact met de scholen te versterken’, zegt Koen.
Gezonde scholen in gezonde gebouwen
Een belangrijke voorwaarde voor kwaliteitsvol onderwijs is degelijke infrastructuur. Dat een nieuw of vernieuwd schoolgebouw ook pedagogisch een verschil kan maken, toonde bijvoorbeeld GO! technisch atheneum in Halle. Grotendeels gefinancierd met capaciteitsmiddelen verrezen daar nieuwe instructielokalen, open leerruimtes en een studio geschikt voor radio maken. Ook in Dendermonde gebruikten het GO! atheneum en de middenschool GO! MAD capaciteitsmiddelen om de schoolgebouwen te vernieuwen zodat die voldoen aan de onderwijsnoden van vandaag.
Nieuwe schoolgebouwen waren er ook voor onder meer GO! basisschool de Bijenkorf in Sint-Gillis-Dendermonde, GO! basisschool voor buitengewoon onderwijs Groenlaar in Niel en GO! basisschool Arnoldus in Oudenburg. In die laatste school kreeg het gebouw een avontuurlijke en groene omgeving en zijn de klaslokalen afgestemd op de coteaching waarmee de school mooie resultaten behaalt.
In Deurne mochten de GO! Spectrumschool en GO! inclusieve STEM-basisschool De Trampoline een gloednieuwe campus inhuldigen. De STrEaM-campus is een hypermoderne leeromgeving voor leerlingen vanaf het instapklasje tot het zevende specialisatiejaar. Ook het Leersteuncentrum, het CLB en een vestiging van het CVO huizen op deze campus. ‘Ik ben ervan overtuigd dat dergelijke campussen nodig zijn in een toekomst die voor het GO! zo inclusief mogelijk moet zijn’, zegt Koen. ‘Maar om dat te realiseren heeft ons net veel meer infrastructuurmiddelen nodig. Het achtvoud van wat we nu krijgen. We rekenen erop dat de nieuwe Vlaamse Regering de budgetten voor infrastructuur fors zal optrekken.’

Samen streven naar kwaliteit
Een maatschappij in voortdurende verandering vraagt om een leven lang leren. In die opdracht spelen de Centra voor Volwassenenonderwijs van het GO! een vooraanstaande rol. Dit schooljaar bezocht Koen het CVO Mechelen en de vestiging van het CVO Antwerpen in Deurne. Met middelen van het Edusprongproject opende daar een Virtueel Open Leercentrum. Dat is een digitale ankerplaats waar cursisten hun vaardigheden kunnen versterken en nieuwe kennis opdoen.
De weg naar de toekomst inslaan met digitale leermiddelen, dat gebeurt ook in de GO! middenschool in Geraardsbergen. In de lessen geschiedenis brengt AI het verleden tot in de klas. Met behulp van ChatGPT kunnen de leerlingen in gesprek gaan met bijvoorbeeld Albert Einstein en Julius Caesar. ‘Artificiële intelligentie zal niet meer uit ons leven verdwijnen’, zegt Koen. ‘Dan is het interessant om te zien hoe scholen AI in de lessen integreren. Als we dit in heel ons net op een slimme manier toepassen, kan werken met AI dankzij de gebruiksvriendelijkheid zelfs een positief effect op de leermotivatie hebben.’
Het zijn maar enkele voorbeelden van sterke verhalen uit GO! scholen die dit jaar aan bod kwamen. ‘Het is inspirerend hoe in elke school leraren en directeurs initiatieven nemen voor kwaliteitsvol onderwijs en om echt elke leerling zover mogelijk te brengen. En hoe elke school met de eigen, dikwijls beperkte, middelen inventief omspringt met hindernissen’, besluit Koen. ‘Als we die initiatieven en inventiviteit nog beter over het net delen, kunnen we de onderwijskwaliteit vasthouden en zelfs nog verbeteren. De komende schooljaren mag die samenwerking een prioriteit voor heel het GO! zijn.’