Ja, je hebt (recht op) een GO! account en toegang tot GO! pro.
Contacteer de personeelsdienst van het Huis van het GO!.
In de persartikels worden de extremen benadrukt. Een jaar telt ongeveer 8760 uren en die hebben allemaal een andere prijs. 2024 telde 408 negatieve uren of iets minder dan 5% van het geheel. Oordelen op basis van één extreme prijs is zich baseren op 0,11% van het totale urenpakket. Vanaf juni zal de prijs op de groothandelsmarkt per kwartier bepaald worden. Dit wil zeggen dat er dan voor één jaar 35.040 prijzen zullen zijn verdeeld over de maanden, dagen, uren en kwartieren van het jaar.
Prijzen worden uitgedrukt in MWh. In geval van 11 mei heeft een kWh dus een minprijs van 0,462 euro. Het is dus belangrijk de eigen productiecijfers te kennen en in welk bereik ze liggen. Het cijfer per MWh kan indrukwekkend zijn maar als je per uur 50kW produceert, is dat gelijk aan 23 euro voor dat specifieke uur! Een zonnige dag start ook vroeg wat opbrengst betreft en eindigt ook later, waar in beide gevallen veel kans is op positieve prijzen bij injecties.
Verschil met uiteindelijke prijs
Er wordt altijd gesproken van groothandelsprijzen. Er is een verschil met de uiteindelijke prijs die betaald wordt voor een kWh. Bij het Vlaams Energiebedrijf (VEB) hebben we een verbruikscontract op basis van een gemengde tariefformule die schommelingen deels uitvlakt. De prijzen die je in de pers leest, zijn dus niet de prijzen die uiteindelijk verrekend worden aan de verbruikszijde. Aan de injectiezijde volgen de prijzen wel de markt.
Heffingen, netkosten en leveranciersvergoedingen à rato van ongeveer 120 euro/MWh moeten bij verbruik altijd betaald worden. Pas bij een bedrag van -121 euro/MWh wordt er geld verdiend met het verbruiken van elektriciteit. Ook moeten we rekening houden met het capaciteitsverhaal. De beslissing voorkeur te geven aan verbruik boven opbrengst is niet zomaar te maken.
Kijken naar netto-injecties
Eigen opbrengst en eigen verbruik blijven zeer belangrijke elementen. Er moet dus gekeken worden naar de netto-injecties. Zowel in bezette als niet-bezette periodes is er een eigen verbruik dat gedekt wordt door de productie die de zonnepanelen leveren. Niet-bezette periodes staan zelden gelijk aan een nulverbruik. Het verbruik in al die periodes kan zeer verschillend zijn van gebouw tot gebouw, van school tot school, … Batterijen, energiedelen, … worden meer en meer relevant.
Tarieven vormen een heel complex systeem met vele parameters die een eenduidig antwoord onmogelijk maken. Simulaties tonen wel aan dat er zeker een gezond evenwicht mogelijk is tussen verbruik, eigen verbruik en injectie.
Alle aspecten van het energie-ecosysteem zijn belangrijk
Enkel en alleen afgaan op negatieve energietarieven is onvoldoende. Er is altijd een ruimere kijk nodig waarbij ook rekening dient gehouden te worden met andere aspecten van het energie-ecosysteem. Dit zal voor elke school en scholengroep anders zijn.
Negatieve tarieven kunnen een showstopper zijn in het verhaal van zonnepanelen maar niet zo direct en grootschalig als artikels doen uitschijnen. Negatieve prijzen zijn een goede aanzet tot data-analyse en om de nodige aandacht te hebben voor het bredere energiemanagement in zijn geheel.
De stelling wordt bijgevolg beoordeeld als eerder onwaar.
Het team patrimoniumbeheer heeft binnenkort een volledig infodossier over negatieve injectietarieven klaar. Het zal kunnen gedownload worden op GO! pro.
Zodra alle data beschikbaar is zal er ook een rekenvoorbeeld gegeven worden voor één school op 11 mei 2025.
Contact: Patrick Janssen, projectmanager RePower-EU, gsm: 0473 761 824

Het GO! voorziet in de plaatsing van 20.300 kWp zonnepanelen op minstens 100 gebouwen en ontvangt hiervoor 100% steun voor een totaalbedrag van meer dan 25M€. Dit gebeurt in het kader van REPowerEU, het plan om de transitie naar schone energie te versnellen en onderdeel van het globale plan voor herstel en veerkracht van de Europese Unie onder leiding van de Europese Commissie.