Ja, je hebt (recht op) een GO! account en toegang tot GO! pro.
Contacteer de personeelsdienst van het Huis van het GO!.
Beste GO! collega,
Meer aandacht voor het belang van praktijkgericht onderwijs, dat vraagt VOKA in een nieuwe paper die de werkgeversorganisatie voorstelde in GO! Level X in Hasselt. Een terechte vraag, want de jongeren die we vandaag opleiden in onze arbeidsmarkgerichte finaliteit en dubbele finaliteit zijn onmisbaar voor de arbeidsmarkt van morgen. Samen met minister van Onderwijs Zuhal Demir en bedrijfsleider Ismaël Ben-Al-Lal mocht ik tijdens de voorstelling in Hasselt de vragen en bezorgdheden van de leerlingen beantwoorden. Het gaf me meteen de kans om de visie van het Gemeenschapsonderwijs op kwaliteitsvol arbeidsmarkgericht onderwijs nog eens uit te lichten.
Om meer talentvolle jongeren bewust te laten kiezen voor praktijkgericht onderwijs, zoals VOKA wil, zijn er verschillende recepten. Het GO! ziet een brede kwaliteitsinjectie, aangepaste infrastructuur en een vlotte wisselwerking tussen het onderwijs en de bedrijfswereld als de voornaamste ingrediënten.
We willen jongeren in de arbeidsmarktfinaliteit en dubbele finaliteit klaarstomen om een rol op te nemen in de bedrijfswereld, of om succesvol een hogere praktijkgerichte opleiding te starten. Hiervoor hebben ze kennis, technische bagage en ook de motivatie om een leven lang te leren nodig. Daarom moeten we de knapste koppen aantrekken om die leerlingen te begeleiden. Dat lukt alleen als we het lerarenstatuut aantrekkelijker maken. Werkbaar werk, flexibiliteit en ruimte voor professionalisering zijn daarbij essentieel. Zo kunnen we ook ervaren zijinstromers aantrekken en het systeem van gastleraren uitbreiden.
Het spreekt vanzelf dat hedendaagse en volledig uitgeruste schoolgebouwen het praktijkgericht onderwijs aantrekkelijker maken. Het contrast tussen de soms uitgeleefde praktijklokalen en de hypermoderne bedrijfsvloer waar leerlingen stage lopen en later aan de slag zullen gaan, is veel te groot. Sterk investeren in infrastructuur door de overheid is hoognodig, maar we rekenen ook op de bedrijfswereld om te kunnen inspelen op de snel veranderende technologieën en arbeidsmarkt. Het GO! ijvert bijvoorbeeld voor een vlottere toegang tot bedrijfsinfrastructuur, voor een soepelere omgang met uurroosters en voor het openstellen van de competentiecentra door de VDAB. Maar ook samenwerkingen met bedrijfsacademies en het stimuleren van hybride leeromgevingen zijn een deel van de oplossing. :
Voor een maximale wisselwerking met de bedrijfswereld kijkt het GO! verder dan infrastructuur. GO! scholen hebben de input uit bedrijven nodig om onze leerlingen innovaties en de vaardigheden van de toekomst bij te brengen. Daarnaast spelen bedrijven een belangrijke rol in het professionaliseren van leerkrachten. Regionale netwerken met bedrijven en sectoren kunnen voor die wisselwerking zorgen: leraren doen ervaring op in lokale bedrijven en specialisten uit die bedrijven delen hun expertise op de klasvloer. Intensiever samenwerken zal daarnaast leerplekken creëren en zo duaal leren stimuleren. Ook de Talentcenters van VOKA, die leerlingen helpen bij het maken van een studiekeuze, kunnen een waardevol instrument in de onderwijsloopbaan zijn, maar de keuze en de autonomie moet wel altijd bij de scholen blijven.
Ik ben ervan overtuigd dat het onderwijs en de bedrijfswereld samen voor kwaliteitsvoller en aantrekkelijker praktijkgericht onderwijs kunnen zorgen. Een minister die zowel Onderwijs als Werk onder haar hoede heeft, kan deze samenwerking alleen maar versnellen en versterken. Zodat jongeren in de toekomst de keuze voor een opleiding maken op basis van hun talent en enkel hun talent.
Koen Pelleriaux
Afgevaardigd bestuurder