Ja, je hebt (recht op) een GO! account en toegang tot GO! pro.
Contacteer de personeelsdienst van het Huis van het GO!.
Beste GO! collega,
De Onderwijsspiegel bevestigt nog eens wat we al wisten: het gaat niet zo goed met ons onderwijs. Het jaarlijkse rapport van de onderwijsinspectie meldt dat slechts iets meer dan de helft van de bezochte scholen een gunstig advies kreeg en bijna een op de zeven scholen een ongunstig advies. Dat laatste is een verdubbeling tegenover vorig jaar, maar dat mogen we nuanceren. Zo kregen ook dubbel zoveel scholen de inspectie over de vloer en legt de inspectie sinds de invoering van Inspectie 2.0 andere, strengere accenten in haar beoordeling. Terecht, want de onderwijskwaliteit moet omhoog. Ook weten we dat de inspectie minder dan vroeger rekening houdt met de context van een school, zoals personeelstekort of veel directiewissels. De impact van personeelsperikelen op de onderwijskwaliteit is enorm. Ik bezoek zoveel mogelijk scholen van het GO! en telkens valt op dat scholen het significant beter doen op het vlak van onderwijskwaliteit en brede basiszorg als er een hecht en stabiel schoolteam is. Een krachtig onderwijskundig beleid, gecombineerd met voldoende ondersteuning en professionalisering voor de leerkrachten, versterkt dit nog eens.
Dat brengt me bij hoe we ervoor kunnen zorgen dat een volgende Onderwijsspiegel een positiever beeld schetst van de onderwijskwaliteit. Die denkoefening is interessanter dan met een steen naar de scholen werpen of ze in de media aan de schandpaal nagelen. Onze leraren en directeurs verdienen meer respect dan dat voor hun werk in vaak moeilijke omstandigheden.
Om degelijk onderwijs aan te bieden moet een school in de eerste plaats voldoende leerkrachten hebben. En een directeur die de tijd heeft om een pedagogische visie te ontwikkelen en de onderwijskwaliteit te monitoren. Al te veel directies steken nu noodgedwongen hun energie in de eindeloze zoektocht naar personeel. Dat er oplossingen zijn voor het lerarentekort schreef ik eerder al.
Zorg op maat
Maar we moeten ook kijken hoe we in het Gemeenschapsonderwijs leerkrachten beter kunnen helpen om de onderwijskwaliteit op te drijven en hun job werkbaarder te maken. Alles begint bij duidelijkheid. Zo merken we dat schoolteams nog vaak niet weten wie welke rol opneemt in de begeleiding en ondersteuning van leerlingen en wat daarbij realistische verwachtingen zijn. Daardoor komen er te veel zorgvragen bij de leersteuncentra en CLB’s terecht, terwijl die laatste al kreunen onder de vele taken op het gebied van preventie en welzijn en ze ook nog eens overbevraagd zijn voor aanmeldingen bij de niet-rechtstreeks toegankelijke en andere jeugdhulp. Onze CLB’s van het GO! willen schoolnabij werken, maar dan hebben ze wel voldoende ruimte nodig. Daarom zetten we in ons net de schouders onder een heldere samenwerking met geschakelde, kwaliteitsvolle zorg op maat van elke leerling. Een zorgcontinuüm met een duidelijke rolafbakening voor de CLB’s, de leersteuncentra, de pedagogische begeleidingsdienst (PBD-GO!) en de scholen. De regie voor de brede basiszorg en de verhoogde zorg ligt in dit model bij de schoolteams. De PBD-GO! staat scholen hierin bij, maar we moeten erkennen dat de middelen beperkt zijn.
Differentiatie concreet maken
Minstens zo belangrijk is een duidelijke en wetenschappelijk onderbouwde pedagogische visie. Die heeft het Gemeenschapsonderwijs vastgelegd in een strategisch plan. De basis is effectieve didactiek en klassikaal onderwijs. Daarbovenop leggen we een laag van doelgerichte differentiatie die rekening houdt met verschillen tussen leerlingen. Ten slotte zorgen we ervoor dat jongeren een aantal zelfregulerende vaardigheden meekrijgen die ze nodig zullen hebben in het hoger onderwijs en op de arbeidsmarkt. In de praktijk merken we dat leraren worstelen met de grote diversiteit in de klas en niet altijd weten hoe ze die differentiatie doeltreffend kunnen toepassen en tot op welk niveau differentiatie werkbaar is. Daar komt nog bij dat Vlaanderen met 6% van de leerlingen in het buitengewoon onderwijs koploper in Europa is. Dat kan niet de bedoeling zijn. Meer inclusie is daarom niet alleen gewenst maar ook noodzakelijk. Maar meer inclusie betekent ook een nog grotere diversiteit in de klassen.
Om leraren echt bij te staan hebben we meer nodig dan kaders en leidraden voor doelgerichte differentiatie. We moeten leraren in de praktijk, op de klasvloer, begeleiden bij hoe ze effectief differentiëren. De opleidingen van de PBD-GO! zijn hierbij waardevol. Ik denk ook dat we binnen het GO! knopen moeten doorhakken over hoever we gaan in differentiëren. Zo creëren we een duidelijk en heel concreet model dat elk schoolteam een houvast biedt en dat leraren kunnen omzetten naar klaspraktijk. Daarnaast is verdere professionalisering in klasmanagement onmisbaar. Samen met doelgerichte differentiatie is goed klasmanagement een essentieel onderdeel van hoogwaardige brede basiszorg.
Ambitieplan onderwijskwaliteit
Het is moedgevend dat de aanbevelingen die de onderwijsinspectie in de Onderwijsspiegel formuleert grotendeels overeenkomen met de tien krachtlijnen in het ambitieplan onderwijskwaliteit dat het Gemeenschapsonderwijs begin dit jaar voorstelde in het Vlaams Parlement. Ook werden ze opgenomen in de nieuwe begeleidingsplannen van de PBD-GO! en de permanente ondersteuningscel voor de CLB's van het GO!. In het ambitieplan, dat een concrete uitwerking van het strategisch plan GO! 2030 is, gaan we samen met de scholengroepen en de scholen het engagement aan om de onderwijskwaliteit gericht en in elke klas te versterken. Ook dit is een plan dat bijzonder veel werk en hier en daar een mentaliteitswijziging zal vragen en dat pas kans op succes heeft als iedereen zijn rol opneemt. Maar als ik eens om me heen kijk in de scholen en instellingen, de scholengroepen en de centrale diensten van het Gemeenschapsonderwijs ben ik er gerust op dat we de juiste mensen in huis hebben om te slagen.
Koen Pelleriaux
Afgevaardigd bestuurder