Ja, je hebt (recht op) een GO! account en toegang tot GO! pro.
Contacteer de personeelsdienst van het Huis van het GO!.
Voor de zomer kondigde de minister van Onderwijs een besparing in het volwassenenonderwijs aan die een groot aantal opleidingen duurder maakte. Voor een deel van de cursussen steeg de prijs van 1,5 euro per uur naar 2,25 euro per uur. Voor een even belangrijk stel opleidingen ging de prijs fors omhoog naar 4 euro per uur. Anderzijds kwamen er lagere tarieven en (gedeeltelijke) vrijstellingen van inschrijvingsgeld voor kansengroepen voor onder meer tweedekansonderwijs (AAV/AV) en opleidingen die naar knelpuntberoepen leiden. De vrijstellingen van inschrijvingsgeld voor Nederlands voor anderstaligen (NT2) bleven behouden. Dat deze besparing een grote impact zou hebben op de werking van de tien Centra voor Volwassenenonderwijs van het GO! stond vast. Nu de inschrijvingsperiode bij de start van het schooljaar achter de rug is, zien we de daadwerkelijke gevolgen.
Groeiende richtingen
De lage tarieven voor NT2, tweedekansonderwijs en opleidingen naar knelpuntberoepen hebben globaal gezien een positief effect op de inschrijvingen. Voor NT2 zien de centra stijgingen van 12 tot 30 procent. Ook de studiegebieden Algemene personenzorg en Specifieke personenzorg kennen een versterking. Zo verdubbelde een centrum het aantal cursisten in zowat het volledige aanbod Algemene personenzorg. Daarnaast doen studiegebieden als Schrijnwerkerij en Auto het goed. Voor studiegebieden als Lassen en ICT is het beeld meer diffuus.
Als net dat gelijke onderwijskansen nastreeft is het Gemeenschapsonderwijs uiteraard tevreden met de aanhoudende groei van NT2 en het hernieuwde elan voor tweedekansonderwijs en opleidingen die leiden naar knelpuntberoepen. Toch is er een belangrijke kanttekening. Het maximumbedrag voor het volgen van een beroepsopleiding bedraagt nu 450 euro per semester of 900 euro per jaar. Voor grote beroepsopleidingen die naar een diploma secundair onderwijs leiden is dit plafond te hoog. Onze centra stellen vast dat cursisten hierdoor betalingsproblemen krijgen en zich uitschrijven.
Bloedende taalrichtingen
Een ander verhaal vertellen de richtingen waarvoor het inschrijvingsgeld naar 4 euro per uur is gestegen. De opleiding Vakfotograaf kampt met een daling van het aantal inschrijvingen tot 50 procent. Gelijkaardige cijfers zijn er voor moderichtingen en gastronomische richtingen. De taalopleidingen tekenen in het algemeen de grootste achteruitgang op. De opleidingen binnen de Moderne Vreemde Talen, met Engels en Frans op kop, gaan met 75 procent en meer achteruit of worden gewoonweg niet langer ingericht. Vooral de aanvangscursussen kennen een forse daling. Alle CVO’s geven aan dat er voor de beginnerscursussen Europese hoofdtalen amper inschrijvingen zijn. Zeggen dat de taalrichtingen bloeden, zoals de media berichtten, is dus niet overdreven.
De rondvraag bij de CVO’s van het GO! leert ons dat de meeste afhakers onder de cursisten tot sociaal zwakkere groepen en tot kansengroepen behoren. Ondanks hun statuut krijgen zij in deze opleidingen niet langer een vrijstelling of gedeeltelijke vrijstelling van de hoge tarieven. Ook gepensioneerden haken af, maar evengoed werkenden die voordien de volle pot betaalden en de nieuwe tarieven te hoog vinden. Onder hen heel wat cursisten die zich vóór de ingangsdatum van de nieuwe prijzen hadden ingeschreven maar zich achteraf weer hebben uitgeschreven.
Gevolgen voor de werking
Wat betekenen deze cijfers nu voor de werking van onze CVO’s? Waar ze kunnen, verkorten ze modules of spreiden ze modules over een langere periode om opleidingen betaalbaar te houden. Dat lukt niet overal. Door een gebrek aan inschrijvingen sneuvelen er veel opleidingen. Hierdoor kunnen ook cursisten die wel bereid waren het hogere inschrijvingsgeld te betalen dit jaar geen les volgen. Het schrappen van aanvangscursussen heeft daarenboven als logisch gevolg dat volgend schooljaar een resem vervolgcursussen zal verdwijnen. Er is dus hoe dan ook een verschraling van het aanbod.
Mensen die een vreemde taal moeten leren voor hun job kunnen daarvoor bij de VDAB terecht, luidt het argument van de minister. Die redenering loopt mank. De leerpakketten van de VDAB zijn volledig online en vereisen bij aanvang al een aantal digitale vaardigheden van de cursisten. Er is ook geen vaste leerkracht die hen door het pakket loodst. Daarnaast bespaart de VDAB op digitale coaches. Bovendien staat in het Vlaams regeerakkoord dat de VDAB een regisseursrol gaat opnemen met focus op arbeidsbemiddeling en niet langer zelf cursussen en opleidingen zal inrichten. Die verschuiven grotendeels naar privé-initiatieven en naar publieke partners. Ironisch genoeg horen de CVO’s van het GO! bij die publieke partners. Uit de recente begrotingsgesprekken binnen de Vlaamse Regering blijkt dat die besparing bij de VDAB versneld ingaat vanaf 2027.
Gevolgen voor het personeel
Minder cursisten heeft ook gevolgen voor het personeel van de centra. De CVO’s trachten boventalligheid maximaal te vermijden. Leraren met een vaste benoeming die hun cursussen afgeschaft zagen, schuiven zoveel mogelijk door naar de opleiding Aanvullende Algemene Vorming en binnen NT2. Het spreekt vanzelf dat niet elke leraar hiervoor de geschikte opleiding genoot. Collega’s met een tijdelijke opdracht zijn die opdracht vaak kwijt. In één CVO gaat het om 10 voltijdse jobs die verdwijnen. Slechts een handvol van de leraren die uit het volwassenenonderwijs verdwijnen vinden hun weg naar het leerplichtonderwijs. Daar zijn verschillende redenen voor. Lesgeven aan kinderen en jongeren vraagt een heel andere insteek dan lesgeven aan volwassenen; de lesuren vallen op andere momenten; en een leraar fotografie of modemaatwerk in een CVO is niet hetzelfde als een leraar Frans in een school secundair onderwijs. We zien dat deze mensen het onderwijs verlaten. Ze vormen dus geen oplossing voor het lerarentekort in het leerplichtonderwijs.
Een hoofddoel van de verhoogde tarieven in het volwassenenonderwijs was extra geld ophalen. Voor 2026 mikte de Vlaamse Regering oorspronkelijk op 50 miljoen euro. Na onderhandelingen zijn die verwachtingen getemperd tot 33 miljoen euro. Die doelstelling zal niet gehaald worden, want over heel het volwassenenonderwijs gezien daalt het aantal inschrijvingen.
Levenslang leren is een streven van de Vlaamse overheid. Het lijkt er sterk op dat deze aanpak dat streven op zijn minst hindert. Dat mensen afhaken om een vreemde taal te leren doet daarnaast afbreuk aan onze internationale reputatie. Als regio waar zoveel internationale instellingen huizen, die multinationale bedrijven graag verwelkomt en die prat gaat op zijn havens en zijn rol als economisch knooppunt in Europa, kan Vlaanderen zich dit niet permitteren.
Koen Pelleriaux
Afgevaardigd bestuurder
Lees ook: Cursisten van GO! CVO Crescendo getuigen over hun opleiding