Deze pagina informeert je over de toestroom van vluchtelingen in het onderwijs.
Een achtergrondschets bij de asielcrisis
Schooljaar 2015 – 2016 werd gekenmerkt door een de vluchtelingencrisis. In 2015 kreeg België 44.760 asielaanvragen. Dit was een nooit gezien hoog aantal. In 2016 waren dit 18.710 aanvragen. 2017 volgt momenteel in dezelfde lijn. Dit is hoofdzakelijk het gevolg van het sluiten van de route van Turkije naar Griekenland. De doorstroom naar Europa en België is afhankelijk van verschillende factoren met een Europese en internationale complexiteit. De vluchtelingen zijn niet verdwenen maar de route naar Europa wordt bemoeilijkt waardoor er een daling is van het aantal asielaanvragen van personen uit Afghanistan, Syrië en Irak. Maar dit blijven echter wel de top 3 herkomstlanden van vluchtelingen in België.
Het beschermingspercentage, het aantal beslissingen tot erkenning van de vluchtelingenstatus of de status van subsidiaire bescherming, blijft hoog met 57,7% eind 2016. Het gaat hier voornamelijk over asielzoekers uit Syrië, Irak en Somalië waar er ernstige conflicten of oorlog heersen. Voor personen uit bepaalde landen blijft de behoefte aan bescherming hoog. Deze trend zet zich verder in 2017 met in januari een beschermingspercentage van 50,4%[1].
De toestroom van asielzoekers wordt nog steeds gekenmerkt door het hoge aantal minderjarigen. 1 op de 4 asielzoekers in België is een kind. In januari 2017 verblijft in het opvangnetwerk 50% van de asielzoekers in familieverband. 9% van de asielzoekers is een niet-begeleide minderjarige vreemdeling (hierna NBMV).
Omdat de toestroom van asielzoekers daalde, werd het opvangnetwerk[2] ook stelselmatig weer afgebouwd. De noodopvangcentra die openden in schooljaar 2015 – 2016 worden weer gesloten. In januari 2015 waren er 17.411 opvangplaatsen. In januari 2016 waren dit 33.659 opvangplaatsen. In januari 2017 gaat het over 26.383 opvangplaatsen[3].
Het opvangnetwerk is echter constant in beweging.De Europese en internationale context bepaalt hoe de asielcrisis in Belgiëverder zal evolueren.
[1] Commissariaat-Generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen, http://www.cgvs.be/nl/cijfers
[2] Het opvangnetwerk in België bestaat uit collectieve en individuele opvangstructuren. De collectieve structuren zijn opvangcentra die door Fedasil, het Belgische Rode Kruis of andere partners beheerd worden. De individuele structuren zijn woningen die door de OCMW's (de 'lokale opvanginitiatieven' of LOI's) of door ngo's beheerd worden. (Meer info: http://fedasil.be/nl/inhoud/opvang-asielzoekers )
[3] Federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers, http://fedasil.be/nl/figures
Hoe gebeurt de spreiding van de asielzoekers?
Een asielzoeker zich registreert bij de dienst vreemdelingenzaken, krijgt hij of zij ook recht op opvang. Dit is ofwel in een open opvangcentrum of in een lokaal opvanginitiatief (LOI).
Volgens het opvangmodel van Fedasil is het de bedoeling dat kwetsbare doelgroepen (zoals gezinnen met kinderen) en mensen met een hoge kans op erkenning naar een lokaal opvanginitiatief doorstromen. Dit is opvang gebonden aan de gemeenten en de OCMW. Zo bekom je een effectieve spreiding.
60 dagen na de registratie geldt ook leerplicht voor kinderen en jongeren. Zij hebben dus ook recht op onderwijs en zullen zich inschrijven op een school.
Wil je weten hoe een asielprocedure in elkaar zit? Wij maakten voor jou een presentatie met meer uitleg over de asielprocedure en de mogelijke gevolgen voor scholen.
Presentatie over de asielprocedure en de link met onderwijs.pptx
Wat is een vluchteling?
Asielzoeker |
|
Vluchteling |
|
Subsidiair beschermde |
|
Migrant (expat) |
|
Niet-begeleide minderjarige vreemdeling |
|
Anderstalige nieuwkomer |
|
Standpunten van het GO!
- Het GO! kiest voor een spreiding van anderstalige nieuwkomers in de scholen. Op lokaal niveau moet gewerkt worden aan een coherent spreidingsbeleid en flankerend onderwijsbeleid. Concentratie in specifieke scholen is niet wenselijk. Voor een goede spreiding is netoverstijgende samenwerking, transparantie en een proportionele verdeling nodig. De LOP's spelen hierin een cruciale rol. Waar er geen LOP is kunnen de scholengroepen zelf een coördinerende rol spelen en AgODi betrekken.
- Volgens het GO! gaat onderwijs binnen de opvangcentra in tegen de inclusie- en integratiegedachte. Dit wordt best vermeden. Een mobiele unit in een opvangcentrum is geen volwaardige school. Binnen CVO is dit niet de eerste keuze maar gebeurt het reeds en moet dit ook kunnen.
- Gezinnen worden best zo veel mogelijk opgevangen binnen de lokale opvanginitiatieven en (indien onvermijdelijk) in opvangcentra waar scholen dicht in de buurt zitten. Verder moet er werk gemaakt worden bij de dispatching van Dienst Vreemdelingenzaken om verhuizen van opvangcentra naar opvangcentra zo weinig mogelijk te laten voorkomen, dit om schoolwissels tegen te gaan.
Contacten met lokale opvangcentra en lokale besturen
Scholen en scholengroepen nemen best proactief contact op met de opvangcentra en lokale besturen of OCMW's om zoveel mogelijk toegang te hebben tot recente cijfergegevens van de instroom en doorstroom naar de scholen (niet alleen uit de open opvangcentra maar ook de Lokale Opvanginitiatieven). Wat de spreiding betreft kan het LOP een rol spelen. Als er geen LOP-werking is in de betrokken regio, dan kan AgODi hiervoor gecontacteerd worden om hierin een rol op te nemen.
Relevante bronnen
- Lespakketten over vluchtelingen in kader van GO! for Life 2015
- Vluchtelingen: wat kan jij op school doen?
- Een gastvrije gemeente
- Informatie over de middelen NT2 over volwassenenonderwijs
- Onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers organiseren (OKAN)
- Gids Amnesty International ontkracht 10 vooroordelen over vluchtelingen
- Akkoord overheid rond leerlingenvervoer vluchtelingen basisonderwijs
- Uitvoering van uitwijzingsbevel niet toegelaten tijdens onderwijstijd
- Brochure 'Omgaan met anderstalige nieuwkomers. Inzetten op de veerkracht van vluchtelingen.'
Documenten
Jouw contactpersoon
Contactpunt Vluchtelingen
Willebroekkaai 36, 1000 Brussel