
De maximumfactuur in het basisonderwijs
De vragen betroffen onder meer de evolutie in het aantal activiteiten sinds de maximumfactuur werd ingevoerd, de financiering ervan, het schoolbeleid ter zake en de externe ondersteuning. Zo geven acht op tien directeurs aan dat de invoering van de maximumfactuur zowel het aantal activiteiten als de aard ervan heeft beïnvloed.
Meer dan 80 % vindt dat zowel de scherpe als de minder scherpe maximumfactuur sterker moet groeien dan de indexering. De invoering van de maximumfactuur heeft scholen genoodzaakt om hun werking bij te sturen. Voor het GO! staat de maximumfactuur in het basisonderwijs los van het behalen van de eindtermen en ontwikkelingsdoelen.
De gelden die scholen binnen de maximumfactuur aan ouders kunnen vragen beschouwt het GO! als een toegevoegde waarde om hun eigen, schoolspecifiek pedagogisch project meer gestalte te kunnen geven. De maximumfactuur is met andere woorden een ‘surplus’ om het eigen pedagogisch project te realiseren. Aan het principe van de maximumfactuur wenst het GO! niet te tornen.
Hier vind je de volledige visietekst 'De maximumfactuur in het basisonderwijs'.