Ben je geen GO! professional? Surf dan naar www.g-o.be, onze algemene website.
menu

Kinderen leren denken, ontwikkelingsgericht werken in praktijk!

Ontwikkelingsgericht werken in het Buitengewoon basis en secundair onderwijs OV1 - OV2

Inhoud

Heb jij zo'n buitengewone klas, waarvan je denkt dat je er nog méér zou kunnen uithalen, maar waarbij je wat handvatten mist om elk van je kinderen volop in ontwikkeling te zetten?

In dit traject neemt Albert Janssens je mee in een gevarieerde mix van theorie en praktijk, met heel wat oefenkansen om kinderen te leren denken. Oefeningen op niveau van de leerling én van jezelf!

Om je uit te dagen het ontwikkelingsgericht werken daadwerkelijk te implementeren in je werk, krijg je telkens de opdracht om met het geleerde te gaan experimenteren in je klas. De gegeven opdrachten zijn vlot te integreren in je dagelijks werk en vragen zeer weinig ‘schrijfwerk’. Een volgende lesdag start steeds met het uitwisselen van ervaringen en inzichten die je opdeed in deze tussenperiode.

Dag 1

Om in ons onderwijs goed te kunnen leren, moeten de leerlingen een goede leerhouding ontwikkelen. Jij kan hen daarbij helpen door regelmatig aandacht te besteden aan training in zelfregulering. De voormiddag gebruiken we om deze term duidelijk te maken, maar vooral om je veel praktische ideeën te geven en te oefenen om echt aan zelfregulering te werken mét je leerlingen.

Leren gebeurt in interactie met de omgeving en vooral in interactie met andere mensen. In jouw klas ben jij de belangrijkste persoon, diegene die het leerproces van je leerlingen kan beïnvloeden. De wijze waarop jij in interactie gaat met je leerlingen bepaalt mee de kwaliteit van dat leerproces. Feuerstein, wiens gedachtegoed de basis is voor deze opleiding, noemt de leerkracht een mediator en hij beschrijft de kwaliteiten waaraan die mediator voldoet. Deze kwaliteiten leer je kennen in het derde deel van deze studiedag.

Dag 2

Om het cognitieve werk van je leerlingen goed te kunnen begrijpen, hen nieuwe dingen aan te leren en waar nodig te remediëren, is het nuttig om zelf een goed inzicht te hebben in welke cognitieve functies ze gebruiken bij het maken van hun opdrachten. Ook hier is het werk van Feuerstein de basis. Eerst wordt het je duidelijk wat nu het verschil is tussen cognitieve functies en cognitieve vaardigheden. Daarna maak je alvast kennis met een eerste groep van cognitieve functies (de opnamefase) Aan de hand van materiaal van Feuerstein oefen je deze nieuwigheden al een eerste keer in. Daarna verdiep je deze kennis met materiaal dat je zelf gebruikt in je klas. Zo kom je vlot tot transfer. Het laatste deeltje van deze leerrijke dag gaan we dieper in op mediatietechnieken.

Dag 3

De derde lesdag focussen we verder op de cognitieve functies. Na het uitwisselen van inzichten die we op de klasvloer opdeden in functie van de opnamefase, gaan we verder naar de verwerkingsfase. Ook hier oefen je door  materiaal van Feuerstein de nieuwe kennis al een eerste keer in. Daarna verdiep je die kennis met  materiaal dat je zelf gebruikt in je klas.

Vandaag eindigen we de dag met het dieper ingaan op ‘transfer’. Je leert verschillende technieken kennen om bij je leerlingen transfer te bereiken en krijgt ‘tools’ om dit in je klas uit te testen en te oefenen.

Dag 4

Vandaag is het laatste deel van Feuerstein's lijst van cognitieve functies aan de beurt: de weergavefase. Na een uitgebreide kennismaking met de materialen die hij ontwikkelde, verdiep je je opnieuw met eigen materiaal.

Vervolgens buigen we ons over het thema 'vragen stellen'. Wie stelt de vragen in jouw klas? Wat is de kwaliteit van de vragen die er worden gesteld? Er wordt je een kader aangereikt van waaruit je over je eigen vraagstelling kan nadenken. Door gebruik van de  aangeboden technieken leer je je leerlingen kwaliteitsvolle vragen te stellen.

Dag 5

Over de cognitieve functies is tijdens de vorige dagen alles gezegd. In deze afsluitende sessie krijg je de kans om alle opgedane kennis nog te verstevigen en in te oefenen met  een nieuw kader: ‘de cognitieve kaart’. Dit instrument leert je kijken naar welke cognitieve voorwaarden in je opdrachten liggen. Wat verwacht je eigenlijk van je leerlingen? Hoe kunnen ze dit realiseren?

We sluiten de vijfdaagse af met een reflectie naar persoonlijke leervragen die je nog wilt oplossen

Doelstellingen

  • Na dit traject ken je de mediatietechnieken en kan je deze toepassen in je dagelijkse werk.
  • Je kent de cognitieve functies  en kan ze herkennen in het werk van je leerlingen. Deze cursus helpt je ze te gebruiken bij het aanleren en remediëren van leerstof.
  • Je staat stil bij de vragen die je leerlingen stellen en die je zelf formuleert en kan technieken toepassen om de kwaliteit van te verbeteren. 

Voor wie

BuO

  • Leerkrachten BuBaO
  • Leerkrachten BUSO (OV1-OV2)
  • Paramedici 
  • BLIO 
  • Zorgleerkrachten 
  • Leerlingbegeleiders 
  • Ondersteuners  

Extra informatie

Helaas moesten we deze cursus verschuiven, hierdoor starten we pas in januari en wordt voor de sessies van oktober en november een nieuwe datum gezocht. Zodra deze vaststaat wordt hij gepubliceerd. Dank voor uw begrip! Het flankerend PLG wordt ook opgestart in januari 2022

Lesgevers

Albert Janssens

Albert Janssens is een onderwijzer met ervaring zowel in het gewoon basisonderwijs als in in BubaO type 3. Nadien gaf hij les in de lerarenopleiding (Banaba BuO). Hij werd trainer van verschillende denkstimuleringsprogramma's waaronder Bright Start. Hij is in België eigenaar van het M.I.S.C.-concept van P. Klein.  

Sinds 1992 geeft hij vormingen in binnen-en buitenland en is auteur van verschillende boeken