Het M-decreet en de aanloop ernaartoe veroorzaakten heel wat beweging in het onderwijslandschap. Een lang maatschappelijk debat over hoe we omgaan met leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ging eraan vooraf. Iedereen heeft erover gesproken of er op zijn minst over gehoord. In het verleden werden al heel wat inspanningen gedaan om inclusief te werken.
Het M-decreet is voor de meeste scholen dus niet de eerste kennismaking met inclusief onderwijs. Maar het biedt nu wel een duidelijk juridisch kader waarmee directeurs, leerkrachten en ondersteunend personeel aan de slag kunnen. En tegelijk geeft het erkenning aan de goede inclusiepraktijken.
Waarom is het M-decreet zo belangrijk? Wat houdt het in? En wat betekent het voor de onderwijspraktijk? Het boek 'Inclusie op school' biedt antwoorden op deze vragen, maar niet hét antwoord. Het zal je vooral prikkelen.
Het biedt stof tot nadenken over je kijk op wat goed onderwijs is en over een aanpak op school. Je krijgt hiervoor enkele handvatten aangereikt, met enerzijds kaders waarop het M-decreet steunt: het zorgcontinuüm en handelingsgericht werken. Anderzijds bevat dit werk heel wat inspirerende praktijkvoorbeelden.
'Inclusie op school. Het M-decreet toegepast' kwam tot stand dankzij de medewerking van Kjell Bosmans, Els Gallin, Wendy Luyckx, Chris Martens, Annelies Mervielde, Mart Nuyts, Joke Pauwels, Geert Steenackers, Andries Valcke, Inge Van Trimpont en Luc Vernaillen, collega's bij de Pedagogische begeleidingsdienst van het GO!.
Editie april 016