Laatste update: 23 maart 2023
Het Vlaams Parlement keurde op woensdag 22 maart het decreet over het hybride onderwijs in het SO goed, met een amendement waarbij twee extra zaken opgenomen worden in het decreet:
- Ook OV3 in het buitengewoon secundair onderwijs kan gebruik maken van dezelfde maximumpercentages hybride onderwijs; en
- Op individuele basis en in uitzonderlijke situaties kan afgeweken worden van de maximumpercentages. Deze uitzondering geldt voor alle onderwijsvormen, en kan bijvoorbeeld gebruikt worden wanneer een leerling door een letsel tijdelijk niet fysiek aanwezig kan zijn in de les.
Alle stappen van het beleidsproces zijn nu finaal doorlopen, het decreet treedt in werking op 17 april 2023. De documenten zal u onderaan deze pagina vinden van zodra ze gepubliceerd zijn. Op de website van het departement Onderwijs & Vorming [https://onderwijs.vlaanderen.be/nl/afstandsleren-structureel-organiseren-in-het-secundair-onderwijs] staan verder nog enkele vragen en antwoorden opgelijst.
Op donderdag 2 maart werd het ontwerp van decreet Hybride onderwijs besproken in de Commissie Onderwijs. Vervolgens zal het decreet in het Vlaams Parlement besproken en gestemd worden.
De naam van het decreet werd ondertussen definitief veranderd naar Hybride onderwijs in het secundair onderwijs. Het verslag lezen of de vergadering herbekijken kan via deze link [https://www.vlaamsparlement.be/nl/parlementair-werk/commissies/commissievergaderingen/1710994].
Na advies van de Raad van State hechtte de Vlaamse Regering definitief haar goedkeuring aan het ontwerpdecreet hybride onderwijs in het SO. Op basis van het advies werden twee zaken gewijzigd ten opzichte van de vorige versie:
- Aanloopstructuuronderdelen worden uitgesloten van interactief afstandsonderwijs. Dat wil zeggen dat deeltijds beroepssecundair onderwijs en aanloopstructuuronderdelen geen interactief afstandsonderwijs zouden kunnen organiseren, duaal leren wél maar de percentages zijn enkel van toepassing op de schoolcomponent.
- De geplande retroactieve inwerkingtreding is geschrapt: zoals het er nu voorstaat, zal het decreet in werking treden op 17 april 2023.
Het ontwerpdecreet zal nu bij het Vlaams Parlement worden ingediend, waar het besproken zal worden in de Commissie voor Onderwijs en vervolgens in de plenaire vergadering. De vergaderdata zijn nog niet gekend.
Interactief afstandsonderwijs
Het decreet verankert de mogelijkheid om het onderwijs gedeeltelijk als interactief afstandsonderwijs te organiseren, voor leerlingen individueel of in groep, in het voltijds gewoon secundair onderwijs (behalve bij aanloopstructuuronderdelen) en in OV4 van het buitengewoon secundair onderwijs.
Interactief afstandsonderwijs gebeurt via digitale media, plaatsonafhankelijk, maar tijdens de schooltijd. Er is interactie tussen de leerling en de leerkracht, maar dat kan zowel synchroon als asynchroon.
Het gaat, op schooljaarbasis, per structuuronderdeel om maximaal 20% van de onderwijstijd in de eerste graad en het onthaaljaar, om maximaal 30% in de tweede graad en maximaal 40% in de derde graad. In duale structuuronderdelen is het percentage van toepassing op de schoolcomponent. Voor structuuronderdelen met in de benaming 'topsport' onder toepassing van het topsportconvenant en voor het structuuronderdeel 'ballet' gelden die maxima niet en ook voor de opleiding verpleegkunde van het hoger beroepsonderwijs is er geen maximumpercentage vastgesteld; maar ook daar geldt telkens dat interactief afstandsonderwijs enkel kan in combinatie met contactonderwijs; het onderwijs kan er nooit uitsluitend als afstandsonderwijs worden georganiseerd.
Interactief afstandsonderwijs kan enkel onder de volgende voorwaarden:
- de school heeft een analyse gemaakt van de beginsituatie, met minstens aandacht voor de beschikbaarheid en kennis van de benodigde ICT-materialen en competenties bij de leerling en de leraar;
- zij heeft een visie op interactief afstandsonderwijs ontwikkeld met duidelijke doelen;
- ze waarborgt de participatiekansen van elke leerling. De leraar en de leerling krijgen altijd de mogelijkheid om het interactieve afstandsonderwijs in de school te geven en te volgen.
Als een school of centrum interactief afstandsonderwijs organiseert, moet in het school- of centrumreglement (minstens) worden opgenomen:
- om welke structuuronderdelen het gaat;
- of het interactief afstandsonderwijs in groep of individueel wordt aangeboden;
- dat de leerling het interactieve afstandsonderwijs altijd in de school of het centrum zelf kan volgen;
- bij de basisprincipes van het school- of centrumbeleid met betrekking tot de leerlingevaluatie: hoe een ander verkoopt voor die leerstofonderdelen die via interactief afstandsonderwijs worden aangeboden.
De wijze waarop personeelsleden in interactief afstandsonderwijs worden ingezet, moet worden vastgelegd in het arbeidsreglement.
- de maxima van 50% voor alle graden verdwijnen, een school zal voor maximum 20% in de eerste, 30% in de tweede en 40% in de derde graad interactief afstandsonderwijs kunnen organiseren;
- Deze maxima zijn niet van toepassing op structuuronderdelen met ‘topsport’ en ‘ballet’ in de naam of op HBO5 Verpleegkunde;
- Interactief afstandsonderwijs zal niet meer mogelijk zijn in het stelsel van Leren & Werken en voor het buitengewoon secundair onderwijs zal het enkel in OV4 mogelijk zijn;
- het begrip hybride onderwijs wordt geïntroduceerd waar het gaat over de combinatie van interactief afstandsonderwijs met contactonderwijs;
Het GO! was vragende partij voor een decretaal kader, dat er nu komt. Het GO! betreurt wel de koudwatervrees bij sommige sociale partners. Die heeft ertoe geleid dat het kader minder flexibel is dan verhoopt en dat de mogelijkheden voor scholen om voluit een eigen visie op hybride trajecten te ontwikkelen, al bij al beperkt blijft: voor elke graad gelden andere maxima en voor het deeltijds beroepssecundair onderwijs wordt helemaal níet voorzien in de mogelijkheid hybride onderwijs te organiseren.
Wat de centra voor deeltijds beroepsonderwijs betreft: dat afstandsleren er wél kan in duale trajecten, maar niet binnen het stelsel Leren en Werken, kan organisatorische problemen geven: sommige leerstofonderdelen worden door leerlingen uit beide trajecten samen gevolgd.
Het GO! is er wel tevreden over dat het kader er ook is voor de opleiding verpleegkunde in het hoger beroepsonderwijs en dat er geen maxima gesteld zijn voor afstandsonderwijs in topsportstructuuronderdelen.
- De onderwijsverstrekkers spraken hun waardering uit voor het voorontwerp dat vertrouwen geeft aan het beleidsvoerend vermogen van de school, terwijl andere leden van de Vlor het decretaal kader te ruim vinden.
- De onderwijsverstrekkers zijn ook blij met de retroactieve ingang van het decreet zodat scholen die er al mee aan de slag zijn, ook decretaal in orde zijn.
- Andere leden van de Vlor vinden dan weer dat dit decreet er te snel komt, en er eerst een fundamentele discussie over de wenselijkheid van afstandsonderwijs nodig is.
“Door de coronacrisis zijn secundaire scholen tijdens de schooljaren 2019-2020 en 2020-2021 noodgedwongen overgeschakeld op afstandsonderwijs. Hoewel er een consensus bestaat dat contactonderwijs de kern vormt van het Vlaamse onderwijs, hebben scholen gemerkt dat een hybride vorm van onderwijs, waarbij lessen op school en online leeractiviteiten elkaar afwisselen, een meerwaarde kan vormen voor het leerproces. De Vlaamse Regering hecht daarom haar principiële goedkeuring aan het voorontwerp van decreet over het interactief afstandsonderwijs in het secundair onderwijs.”
Het decreet zal de minimale bepalingen regelen voor de organisatie van interactief afstandsonderwijs, met onder andere volgende criteria:
- afstandsonderwijs zal voor maximaal 50% kunnen worden ingericht in zowel gewoon als buitengewoon secundair onderwijs, ook in duaal leren en leren & werken;
- de school of het centrum moet voldoen aan enkele voorwaarden, zoals er is een beginsituatieanalyse gemaakt;
- de school of het centrum maakt voor zichzelf een visie en bijhorende doelen;
- de participatiekansen van alle leerlingen worden gewaarborgd. De leerling én leerkracht moet steeds de kans krijgen om interactief afstandsonderwijs in de school of het centrum te volgen.
- De manier waarop personeelsleden worden ingezet, moet in het arbeidsreglement worden vastgelegd. In het schoolreglement moet worden vastgelegd of een school of centrum afstandsonderwijs inricht, voor welke structuuronderdelen en of dat individueel of in groep zal worden ingericht.
Documenten
Jouw contactpersoon
Hannes Develter
beleidsondersteuner, Beleid en belangenbehartigingWillebroekkaai 36, 1000 Brussel